koning van Bubbeda bedden en koning 2De koning van Bubbeda

 

De omvangrijke koning van het kleine Bubbeda,

deed in zijn vrije uurtjes het liefst een sprookje na.

Op een vrije dinsdagmiddag sprak hij goed gehumeurd:

“Zeg lakeien, nu is ‘Prinses op de erwt’ aan de beurt.”

 

De lakeien sleurden uit elke kamer een matras,

zodat er in heel het kasteel geen meer te vinden was.

De koning zei nog met volle mond: “Stapel ze maar op,

leg de erwt eronder, dan klim ik zo naar de top.”

 

De Koning at nog wat, een Bossche bol en een appelflap.

Tanden schoon, pyjama aan en nu omhoog met de trap.

Zijn dikke buik belette hem om omhoog te gaan.

De snelste lakei regelde gauw een hoge hijskraan.

 

En zo gebeurde het dat de koning van Bubbeda,

omhoog werd gehesen in zijn fluwelen pyjama.

Hij sliep zo heerlijk, dat hij de erwt bijna vergat.

De volgende ochtend bleek die erwt dan ook hartstikke plat!

 

Wat een grote ramp! Een dubbeltje was er niets bij!

“We doen het vanavond anders,” sprak de grootste lakei.

“Meer dan honderdduizend erwten leggen we er onder.

Als die allemaal heel blijven is dat een wonder.”

 

Die avond na zijn Bossche bol en de rest van ’t ritueel,

stond iedereen klaar in de slaapkamer van ’t kasteel.

Hoopvol hees men hun vorst op zijn matrassenflat.

Maar helaas, bij ’t opstaan waren alle erwten geplet!

 

De slimste lakei nam het woord: “’n Wortel eventueel?”

Maar wat een ellende. Ook die bleek ’s ochtends niet heel!

Toen sprak de oudste lakei langzaam en wijs: “Wellicht een prei.”

Maar ’s ochtends, na het gaan van de wekker, was niemand blij.

 

De kleinste lakei opperde zachtjes: “Ik heb een plan.

Knolselderij is een soort wat veel gewicht hebben kan.”

De grootste knol van Bubbeda moest er aan geloven.

Met man en macht werd die onder de matrassen geschoven.

 

“De laatste keer omhoog, hoor! En anders doen we Roodkapje,”

riep de koning. Ofschoon ‘t ‘m wel beviel zo zonder trapje.

Dus nog een keer hees de kraan de koning in zijn bed.

Hoopvol werd de koninklijke wekker extra vroeg gezet.

 

De koning kroop onder zijn donzen deken en sliep al vlot.

Maar oh wat erg, in de ochtend was ook de knol kapot!

De dikste lakei raapte de groenten op. Hij had een idee.

En vroeg aan de anderen: ”Helpen jullie even mee?”

 

Een half uurtje later stond de slager op de stoep:

“Hier is de grote bestelling rookworst voor in de soep.”

Helaas geen goed einde voor ’t sprookje ‘Prinses op de erwt’,

maar wel voor de mensen van Bubbeda. De koning trakteerde iedereen op snert!